Mythemakers en nieuwsverduisteraars

Wat leren we van de mythes en onbevestigde nieuwsverhalen rond Suriname? De turburlente jaren 80 en 90 onder het bewind van Desi Bouterse in Suriname lezen als een oorlogsroman. Mediahistoricus Bas Agterberg laat zien hoe Surinamers en Nederlanders totaal andere berichtgeving voorgeschoteld kregen.

‘Het leest als een oorlogsroman. Alle ingrediënten zijn aanwezig. De hitte van de strijd, de spionage en het politiek gekonkel’, zo schrijft Arnold Karskens in 1987 in de Nieuwe Revu. Hij heeft het over de Binnenlandse Oorlog in Suriname, maar het geldt eigenlijk voor de situatie in Suriname in de jaren tachtig en begin jaren negentig.

In tijden van oorlog sneuvelt de waarheid als eerste, is de gangbare spreuk. In haar boek Mediastrijd om Suriname – Van Mythemakers tot nieuwsverduisteraars onderzocht Ellen de Vries de rol van media in de relatie tussen Nederland en Suriname tijdens de roerige jaren tachtig en begin jaren negentig. Precies vijfendertig jaar na de beruchte Decembermoorden geeft Ellen de Vries op 8 december een expertlezing in Beeld en Geluid, in het kader van de tentoonstelling Nieuws of Nonsens. Aan de hand van alle gebeurtenissen uit deze roerige periode worden keuzes van de pers en sturing door de overheid, zowel in Suriname als in Nederland, nader bekeken. Wat leren we van de mythes en onbevestigde nieuwsverhalen uit Suriname?   

Onafhankelijk

Voor wie het vergeten was, op 25 november 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland. Het Polygoonjournaal (weeknummer 48) toont een enthousiast Paramaribo aan de vooravond van de overdracht. Het bioscoopjournaal heeft weliswaar altijd een optimistische luchtige toon met de stem van Philip Bloemendal, maar belichtte dit keer ook schaduwkanten. Zo werd het beeld van Koningin Wilhelmina in de nacht voor de soevereiniteitsoverdracht van de sokkel verwijderd om spanningen te voorkomen. Tegelijkertijd vertrokken tot de laatste dag voor de onafhankelijkheid Surinamers naar Nederland om daar een toekomst op te bouwen. Dat het journaal nadrukkelijk liet zien dat veel Surinamers zich in Nederland vestigden liet zien dat de band tussen Nederland en Suriname niet helemaal afgesneden werd. Ruim honderdduizend Surinamers woonden rond 1975 in Nederland. Daarnaast was er een ontwikkelingshulp van 3,5 miljard gulden toegezegd. Nederland wilde wel controle houden op de besteding van dat geld en bleef daarmee aanwezig in de Surinaamse samenleving.

Werd de slang een boa constrictor?

De jonge republiek Suriname kende geen soepele start, onvrede in de samenleving leidde tot een coup door militairen in 1980, onder leiding van luitenant-kolonel Desi Bouterse. De militairen kregen van veel Surinamers en ook van de Nederlandse regering het voordeel van de twijfel. Ook in de pers werd het regime Bouterse afwachtend positief benaderd. Dat veranderde abrupt na 8 december 1982.  De militairen arresteerden 16 prominente Surinamers, onder wie vier journalisten en staken de uitgeverij van het dagblad De vrije stem en radiostations ABC en Radika in brand. De noodtoestand werd afgekondigd. Op de staatszender STVS legde bevelhebber Desi Bouterse een verklaring af dat vijftien mannen die een staatsgreep voorbereidden tijdens een vluchtpoging waren neergeschoten. Deze versie werd door velen in twijfel getrokken. Het werd bekend als de Decembermoorden, een proces vanwege de gebeurtenissen loopt in 2017 in Suriname nog steeds.

Op 8 en 9 december 1982 was telefoon en telex verkeer verbroken, er was nauwelijks informatie over de gebeurtenissen. Voor de pers was het gissen naar de feiten en het aantal slachtoffers. Zo meldde de Volkskrant op 11 december 21 slachtoffers, werden namen genoemd van slachtoffers die later springlevend bleken te zijn. Vrijdagmiddag 10 december werden de vijftien namen door Suriname bekend gemaakt, maar in de Nederlandse kranten werd ook daarna nog gespeculeerd over meer slachtoffers en zoekacties. Een teruggekeerde zakenman sprak over vuurgevechten op 10 en 11 december en executie van ten minste 60 slachtoffers. De kranten baseerden hun berichtgeving op een veelheid aan bronnen, maar die kon niet voorkomen dat er verwarrende en naar later bleek onjuiste, berichten verschenen. Belangrijker was dat voor de meeste kranten in Nederland Bouterse was uitgegroeid tot een dictator die de mensenrechten schond en niet van plan was om de democratie te herstellen. De afwachtend positieve houding was uitgegroeid tot een negatieve houding, de Nederlandse overheid stopte de ontwikkelingshulp.

Weinig informatie

De schaarste van informatie gold ook voor Surinamers. Er was sprake van censuur en op één na kregen kranten een verschijningsverbod. De krant die verscheen, de Ware Tijd, vormde samen met de staatsomroepen de spreekbuis van het militaire bewind. Nieuws dat via Radio Nederland Wereldomroep ook in Suriname te horen was bood tegenwicht. In die uitzendingen werd gemeld wat in de Nederlandse kranten stond. De berichtgeving die soms begon bij geruchten uit Suriname, verschenen in de krant in Nederland en kwamen via de radio weer in Suriname. Maar nu was het officieel nieuws van de vrije pers uit Nederland. Dat was een doorn in het oog van de machthebbers. De Wereldomroep was volgens hen een Nederlandse Staatsomroep die met de op Suriname gerichte uitzendingen deed aan psychologische oorlogsvoering, ze verspreidden desinformatie om de publieke opinie immers negatief te beïnvloeden. In een uitzending van het KRO programma Brandpunt op 7 februari 1983 werd de Wereldomroep zelf onderwerp. Eindredacteur Hafkamp gaf aan dat de Wereldomroep een selectie van nieuws uit de Nederlandse kranten weergaf, maar het liefst ook een journalist in Suriname zou willen hebben. Daarvoor gaven de autoriteiten geen toestemming. Daarmee is de basis van de strijd tussen de Surinaamse regering en de Nederlandse pers bondig samengevat. De censuur in Suriname, in een uitzending van Brandpunt toegelicht door een censor van de Surinaamse overheid, maakte het er niet gemakkelijker op om een betrouwbaar beeld te krijgen. De Surinaamse pers werd gecontroleerd door de machthebbers en berichtte alleen positief over Suriname. De Nederlandse pers was daarentegen uiterst kritisch.

Moeizame relatie

Er is voortdurend strijd tussen de Nederlandse pers en de militaire machthebbers. Die wordt door Bouterse als volgt verwoord: we zijn te vaak teleurgesteld in de verrichtingen van de Nederlandse journalisten, de goeden niet te na gesproken, en wij hebben er geen vertrouwen in dat zij het nu beter zullen gaan doen. Nederlandse journalisten hebben niet bijgedragen aan een ontspanning tussen hun land en Suriname, in tegendeel. Een goed voorbeeld van de moeizame relatie is te zien in het VPRO programma BGTV in februari 1983. De Surinaamse ambassadeur Henk Herrenberg belegde een persconferentie na terugkeer uit Suriname, waar hij naartoe ging naar aanleiding van de gebeurtenissen in december 1982. In de ambassade legt hij in aanwezigheid van de toegestroomde Nederlandse pers een verklaring af. BGTV volgde Herrenberg vanaf zijn woning tot de persconferentie en spreekt hem ook na afloop. Zo werd het programma vooral een blik op de relatie tussen Herrenberg (Suriname) en de Nederlandse pers. Vooral als Herrenberg de aanwezige journalisten bij naam aanspreekt en met de krant in de hand verschenen artikelen bespreekt en de werkwijze van journalisten ter discussie stelt.

Opmars van Robin Hood naar Paramaribo

Het in twijfel trekken van berichtgeving is een herhalend proces bij de gebeurtenissen die volgen in de jaren tachtig. Zoals gezegd is het als een spannende oorlogsroman waarbij verschillende frames of perspectieven zichtbaar worden, zo maakt De Vries in haar boek duidelijk. Suriname benadrukte dat de Nederlandse overheid en de pers zich neokoloniaal gedroegen. In Nederland was er juist de nadruk op herstel van democratie en zorgvuldig economisch beleid en werd Suriname soms afgeschilderd als een ‘bananenrepubliek’. Duidelijk is dat er een verschillend perspectief is op wie de bad guy’ was. De media speelden een belangrijke rol in de beeldvorming.

Zo werd in Nederland Ronnie Brunswijk geportretteerd als Robin Hood, die met zijn Jungle Commando streed tegen Bouterse (de bad guy) en geld uitdeelde onder de bevolking. Brunswijk verschijnt in een fotoreportage in de Penthouse en spreekt in een artikel in De Nieuwe Revu. Dat tijdschrift brengt Brunswijk in contact met het Surinaamse verzet in Nederland, waardoor zijn strijd een sterker politieke lading krijgt.

In 1992 zit Brunswijk alsof het een artiest is in de talkshow van Gert Berg. De eerste vraag: ‘of hij een Robin Hood is, of een drugscrimineel zoals anderen beweren’. De presentatie in Nederlandse pers steekt af bij de foto’s in de Surinaamse pers, waar Brunswijk werd gezocht als terrorist.

Joker

Een foto als aanleiding voor de “kerstcoup’’ van 1990 is een goed voorbeeld dat media, soms onbedoeld, een rol speelden in de gebeurtenissen. De Surinaamse president Shankar bezocht tijdens een privé bezoek aan Nederland Minister-president Ruud Lubbers. Een foto waarop Shankar stond te wachten voor de deur van het Torentje verscheen in NRC Handelsblad op 12 december 1990. In Suriname leidde de foto tot beroering en werd door Bouterse gebruikt om de regering af te zetten in wat de “kerstcoup’’ van 1990 is gaan heten. De trots van de natie was gekrenkt omdat Shankar niet met respect werd behandeld, ‘een president hoeft nergens te wachten’ vond Bouterse. Hij noemde de president een ‘Joker’. Het verhaal werd in de Surinaamse kranten steeds meer aangedikt, het zou hebben geregend, hij zou er minutenlang in de kou hebben staan wachten. De nuance in de berichtgeving in Suriname verdween. Het moment waarop Shankar kort wachtte werd hem gevraagd te poseren. In Nederland was de foto geen onderwerp van gesprek. Een andere foto van Shankar van hetzelfde moment, waarop hij veel meer ontspannen staat, is nooit afgedrukt. De inhoud van het gesprek met Lubbers werd in de media niet besproken en de al langer lopende politieke strijd tussen regeringspartijen, oppositie en legerleiding in Suriname verdwenen in de Surinaamse pers naar de achtergrond. Twee weken na het verschijnen van de foto was de regering in Suriname door de legerleiding afgezet.

Het zijn maar enkele voorbeelden van gebeurtenissen waarin media een cruciale rol speelden in de beeldvorming. Ook de berichtgeving over de 39 doden in het dorpje Moiwana in 1986, de journalisten die ‘embedded’ meereisden met militairen naar Pokigron in 1987 en de spanningen in de Surinaamse gemeenschap in Nederland. Dat laatste leidde tot een opstootje en pistoolschot in uitzending op 3 december 1984 van de Talkshow van Karel van de Graaf. Ook nu nog leest het, zoals Karskens schreef, als een oorlogsroman.

Zorgvuldigheid in de journalistiek

In haar boek pleit Ellen de Vries voor zorgvuldigheid in de journalistiek. Zo stelt ze dat het bedrijven van journalistiek in conflictsituaties altijd een ingewikkelde zaak is. De complexiteit van gebeurtenissen die zich in rap tempo opvolgden in Suriname, leverde een berichtgeving op die chaotisch en verwarrend was. Er was regelmatig sprake van één perspectief, bijvoorbeeld wie de bad guy en de good guy was. Verscheidenheid aan bronnen en invalshoeken kan helpen om de verschillende perspectieven of zogenaamde frames inzichtelijk te maken. Natuurlijk is er in tijden van conflict vaak sprake van censuur en zijn bronnen slecht toegankelijk. In woorden van Joris Luyendijk stelt de Vries dat de pers opener kan zijn over de beperkingen waarmee ze te maken hebben bij hun werk. Ten tijde van de Decembermoorden waren telefonie en telexverkeer onmogelijk. Het roept de vraag op hoe in tijden van internet en mobiele telefonie de informatiestroom zou lopen en gecontroleerd zou worden. Een ding is zeker, Radio Nederland Wereldomroep zou niet de bron van nieuws in Suriname zijn, die zender is in 2012 gestopt.

Mythemakers en nieuwsverduisteraars
  1. Section 1